Wanneer ben je bevoegd tot verrekening van een vordering?
21 juni 2021Verrekening van een vordering
Wanneer twee partijen geld van elkaar krijgen, kunnen deze schulden dan zomaar tegen elkaar worden weggestreept? In dit blog leest u hier meer over.
Bij de beoordeling of je een beroep kunt doen op verrekening (artikel 6:127 BW) gaat het erom of de schuldenaar bevoegdheid tot verrekening heeft. Je hebt bevoegdheid tot verrekening wanneer je het betalen van geld te vorderen hebt dat gelijk is aan de schuld aan dezelfde wederpartij. Met andere woorden: je moet betalen, maar je krijgt ook nog geld van deze partij. In dat geval kan je dus een beroep doen op verrekening. Dit doe je middels een verklaring aan de wederpartij.
Wanneer je bevoegd bent tot verrekening en je hebt dit verklaard aan de wederpartij, dan gaan beide schulden tot hun gemeenschappelijke beloop teniet. De verrekening werkt dan terug tot het tijdstip waarop de bevoegdheid tot verrekening is ontstaan. In de rechtspraak was tot voor kort onduidelijk wanneer deze bevoegdheid tot verrekening in ging. Is dat het moment waarop de bevoegdheid is ontstaan of is dat het tijdstip waarop het beroep op verrekening is gedaan?
Uitspraak van de Hoge Raad
Op 11 december 2020 heeft de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2020:2005) definitief een einde aan deze discussie gemaakt. De Hoge Raad heeft uitspraak gedaan over het toetsingsmoment van in verrekening gebrachte vorderingen.
Het toetsingsmoment waaraan de bevoegdheid wordt getoetst is het moment waarop de debiteur zich erop beroept. Is de schuldenaar op dat moment dat hij zich er op beroept gerechtigd tot verrekening dan kunnen beide verbintenissen tot het betalen van een geldsom in hun gemeenschappelijke beloop tegen elkaar worden weggestreept.
Het belang van deze uitspraak over het toetsingsmoment van verrekening speelt met name een rol in procedures die AGIN Pranger voor haar opdrachtgevers voert waarbij een verrekening door de schuldenaar als verweer wordt ingezet (artikel 6:136 BW). Wanneer de rechter een beroep op verrekening als verweer te mager vindt, zal hij de vordering van de schuldeiser in een vonnis toewijzen. Indien de schuldenaar vervolgens in hoger beroep opkomt tegen de verwerping van zijn verrekeningsverweer, dan moet de rechter in hoger beroep nogmaals beoordelen of de schuldenaar tot verrekening bevoegd was op het moment dat deze de verrekeningsverklaring uitbracht.
Contact opnemen met AGIN Pranger
Wilt u meer lezen? kijk dan op onze blogpagina: https://www.aginpranger.nl/blog/
Heeft u naar aanleiding van dit blog vragen of wilt u vrijblijvend informatie inwinnen over het inschakelen van de gerechtsdeurwaarders van AGIN Pranger? U kunt telefonisch contact met ons opnemen via 088 – 123 4 123 of door een bericht te sturen naar info@aginpranger.nl. Onze specialisten gaan graag voor u aan de slag!